Nederlandse visser boert goed in Surinaamse kustwateren



Marisa Fisheries een uniek vissersbedrijf in Suriname
Eigenaar De Boer breidt fors uit: ‘Van vangst tot en met verwerking 99%
volledig in eigen handen’

Paramaribo, 10 februari 2019 – De 49-jarige John(ny) de Boer is al enkele
jaren eigenaar van een florerend hyper modern vissersbedrijf, Marisa
Fisheries (https://www.marisafisheries.com/), gelegen aan de
Surinamerivier, een aantal kilometers ten zuiden van hoofdstad
Paramaribo. Een uniek bedrijf in Suriname. In 2016 zeven trawlers in
bedrijf en inmiddels twaalf 12 schepen, waarvan 8 de verwerking in
eigen hand hebben in samenwerking met het lokale Suvveb NV en 4
boten waarvan Marisa Fisheries de eigenaar is, maar die onder
contract varen voor lokale afnemers (overigens telt Suriname 35
trawlers verdeeld over ongeveer tien bedrijven). Dat het een uniek- en
voorbeeldbedrijf is voor de Surinaamse visserijsector werd in
september vorig jaar ook bevestigd door Nederlands zaakgelastigde
Jaap Frederiks van de Nederlandse ambassade die een bezoek bracht
aan het bedrijf ‘om te kijken hoe zij het voor elkaar krijgen om vis uit
de Surinaamse wateren naar de rest van de wereld te exporteren’
(https://www.facebook.com/NLambassadeSuriname/photos/pcb.1880083752084790/1880083432084822/?type=3&theater). Frederiks spreekt
zelfs van een ‘succesverhaal’.

De Boer is een gesettelde ‘avonturier’. Doorliep in Den Helder de Visserij
School, ging op zijn achttiende varen , maar na vijf jaren trok het avontuur,
het buitenland. Via Egypte – ‘daar was niet veel te doen’ – belandde De Boer
in 1993 in Suriname, waar hij op een moment besloot een nieuw avontuur aan te gaan, dat uiteindelijk in 2003 vorm kreeg in ‘Marisa Fisheries’, begonnen met één oude boot daterend uit 1964. De afgelopen jaren heeft hij het bedrijf en de vloot met trawlers met zijn vrouw Isabelle en zakenpartners Vishandel Tel en rederij Cornelis Vrolijk in IJmuiden en Jaczon BV in Scheveningen uitgebreid. ‘We zijn langzaam gaan groeien’, aldus De Boer, die enthousiast en vol overgave zijn boeiend verhaal doet in het kantoor van het door hem opgebouwde visserijbedrijf. Twee Surinaamse medewerksters zijn druk aan het werk. Aan de telefoon is vooral de Engelse taal te horen. Marisa Fisheries heeft vele buitenlandse contacten, afnemers. De Boer woont met vrouw en kinderen naast het bedrijf, met een mooi uitzicht op de statige, majestueuze snel stromende Surinamerivier, die zich vanaf de monding aan de oceaan,
langs Paramaribo, een weg baant het fris groene binnenland in.

De Boer vertelt enthousiast over zijn bedrijf, de Surinaamse visserijsector en zijn uitbreidingsplannen. Hij geeft een rondleiding aan boord van een van zijn trawlers, ‘Kjell’, onder de brandende zon. Aan boord zijn enkele
bemanningsleden, uit de Flippijnen en Indonesië, druk aan het werk, ze
varen de volgende dag uit. Het schip is van binnen en buiten ultra modern. In tegenstelling tot lokale vissersschepen beschikken bemanningsleden aan
boord van onder andere de ‘Kjell’ (http://www.vishandeltel.nl/nieuws-endownloads/2017-3-15-vishandel-tel-viskotter-kjell.html) over een mooie hut, eetgelegenheid, toilet en keuken. Alles is netjes en schoon, geordend. De
stuurhut is voorzien van de modernste navigatieapparatuur en comfort. Zelfs de machinekamer oogt schoon, modern. De Boer wil, dat zijn bedrijf een voorbeeld paradepaardje is binnen de roerige lokale visserijsector. Een bedrijf dat ook bijdraagt aan de lokale economie, werkgelegenheid, en op een duurzame wijze de bedrijfsvoering runt, van a tot z. Dat wil De Boer, ‘iets teruggeven aan Suriname’.

Dat de visserijsector zich roert en onderwerp van discussie is geworden in de samenleving en in het parlement (De Nationale Assemblee), bleek de
afgelopen weken toen op een moment plotseling zes grote Chinese
hektrawlers aan de horizon verschenen. De eigenaar had toestemming van
het ministerie van Landbouw, Veeteelt en Visserij gekregen om te komen, in afwachting van het verstrekken van een vergunning om te mogen vissen. Die vergunning wordt echter niet verstrekt, omdat na inspectie bleek dat de
trawlers te groot zijn en daardoor niet voldoen aan de voorwaarden. Vooral de zogenoemde lokale kleine bevolkingsvissers verzetten zich tegen de aanwezigheid van de zes grote fabrieksschepen. Zij zien in de Chinezen een bedreiging voor hun sector, de visstand en hun broodwinning. De schepen zijn nog steeds aanwezig en dat leidt weer tot speculaties en vrees, dat ze toch op een moment geaccommodeerd gaan worden door de overheid. ‘De afmeting van die schepen is onacceptabel’, zegt ook De Boer.
Daarenboven wordt de gevangen vis aan boord van de schepen verwerkt. De Chinezen hebben het land niet nodig. ‘Maar’, zegt De Boer, ‘de regels hier
moeten aangescherpt worden en er moeten geen vergunningen meer worden afgegeven.’

Overigens vindt hij ook, dat de bevolkingsvissers ‘zich meer moeten
ontwikkelen’. Die groep is ‘onoverzichtelijk’, zegt De Boer, ‘in tegenstelling tot ons, de trawlers.’ ‘Onze schepen zijn bijvoorbeeld allemaal voorzien van het VMS, Vessel Monitoring Systeem. Dat is ook wettelijk verplicht.’ Het VMS
draagt bij tot het realiseren van duurzame exploitatie van de visgronden. Alle vaartuigen, die gebruikmaken van trawlnetten voor visserij-activiteiten in territoriale wateren en de Exclusieve Economische Zone van Suriname, zijn door het ministerie van Landbouw, Veeteelt en Visserij wettelijk verplicht gesteld het VMS aan boord te hebben. Dit staat in de visvergunning voor de categorieën trawlvisserij en lijnvisserij. De bevolkingsvissers – varend met over het algemeen houten schepen en veel Guyanezen en ook wat Venezolanen – beschikken nog steeds niet over een satelliet traceersysteem. De Boer vindt, dat zijn trawlers de bevolkingsvissers niet hinderen. Hij toont op zijn Iphone via het VMS waar zijn schepen zich op zee bevinden en dat is buiten de zone waar de kleine bevolkingsvissers – dichter bij de kust – hun vis vangen.

De meeste gevangen vis – een 20-tal soorten waaronder barracuda, haai,
makreel, snapper, maanvis, poyo en pompido – wordt door Marisa Fisheries geëxporteerd naar Europa en de VS.

De toekomst lacht De Boer tegemoet. Deze dagen wordt hard gewerkt door
lokale aannemers aan de afronding van de bouw van een hypermodern twee verdiepingen tellend groot visverwerkingscomplex tegenover het kantoor en de aanmeerkade van Marisa Fisheries. Het is een samenwerking van de huidige verwerker Suvveb NV en Marisa Fisheries. De Boer loopt er rond en toont enthousiast alle imposante grote koel-, opslag- en kantoorruimtes. De verwerkingsfabriek word gebouwd door lokale aannemers en het Nederlandse bedrijf Geerlofs, uit Rijswijk (https://www.geerlofs.com/nl/overons), levert het koel- en vrieswerk. Er wordt hard gewerkt door lokale arbeiders. ‘We gaan alles van vangst tot en met verwerking, verpakken tot de reparatie van visnetten voor 99 procent in eigen beheer doen. Het hele proces gaat via een computersysteem gemonitord worden. Zo is alles traceer- en controleerbaar. En, nu op zoek naar de juiste, deskundige mensen.’ Met een glimlach en een knipoog laat hij ook nog even de sinaasappelbomen zien achter het immense complex. Dus, naast vis kan hij eventueel ook nog op kleine schaal verse sinaasappels aan de man gaan brengen.

Het complex wordt 22 juni officieel in gebruik genomen en dat moet een
groot feest worden, waarbij het gebouw door De Boer zal worden ingewijd
door de inhoud van een literfles lokaal Parbo-bier er tegenaan te spuiten, een traditie in Suriname.